25 juni doken we met de kinderen in
de geschiedenis van de scheepsbouw in Zeeland. We deden dat aan de hand van
twee families: de familie Meerman uit Arnemuiden en de familie Verras uit
Paal. De geschiedenis van de familie Meerman begint in 1786. In dat jaar
kocht Jacobus Meerman een werf in Arnemuiden. Het verhaal van de familie Verras
begint in 1865. In dat jaar begon Pieter Verras een werf in De Paal. 250 jaar
geschiedenis waarin de wereld radicaal is veranderd.
Beide werven werden
opgericht om schepen te bouwen voor de visserij op de Zeeuwsche wateren.
Hoogaarzen in Arnemuiden. Hengsten en Zeeuwse Schouwen op De Paal. Na
1900 kwam er vernieuwing. Er kwamen stalen schepen er werden motoren in
geplaatst. Dat gaf volop discussie in de families Meerman en Verras. In
Arnemuiden kozen ze ervoor om in het hout te blijven. Maar, na de tweede
wereldoorlog werden er geen nieuwe houten vissersschepen meer gebouwd. De werf
bouwde nog wel een twintigtal schepen voor de pleziervaart en onderhield de
steeds kleiner wordende houten vissersvloot. Uiteindelijk bleef de werf nog
bezig met onderhoud en winterberging van jachtjes in het algemeen. Tenslotte sloot
Cees (C.A.) Meerman in 1986 de poort, hij was toen 71 jaar oud. Zijn zonen
hadden geen belangstelling voor de werf. In 2003 nam de gemeente
Middelburg scheepswerf Meerman over voor 1 Euro. Daarna is de de werf
gerestaureerd. Nu is het een schitterend monument. Het is zeer de moeite waard
om het eens te bezoeken.
Petrus Verras, die in 1924 de houten
Zeeuwse schouw De Nieuwe Zorg bouwde, zag niets in de staalbouw. “Over een paar jaar gaan ze
weer terug naar houten schepen”, placht hij te zeggen. Petrus Verras had drie
zonen die na de tweede wereldoorlog het stuur overnamen. Die drie Juliën, Remy
en Phielbert waren jong en eigenwijs en geloofden in het staal. Vanaf de jaren
vijftig in de vorige eeuw, ging de mosselvisserij in Yerseke bloeien. De broers
kregen veel opdrachten om de oude kleine stalen bootjes te verlengen en te
verbreden. Tot de Deltawet een streep door het bedrijf trok. De werf die op de
oude zeedijk lag werd gesaneerd.
Adri Verras, zoon van Juliën, ging in 1966, 15 jaar oud, op de werf van
zijn vader en ooms werken. In 1971 meldde hij zich bij een uitzendbedrijf, hij
wilde beter verdienen. Zo kwam hij in de loop van de volgende zeven jaar over
de vloer bij een groot aantal industriële bedrijven in Nederland en België. Hij
deed ook veel soorten werk: elektrische netwerken, pijpwerk, meet en regeltechniek
en constructiewerk. Verder zag hij hoe die grote bedrijven waren georganiseerd. Daar
heeft hij later veel plezier van gehad.
In 1978 werd hij
werfbaas op een scheepswerf in Sluiskil. In 1985 nam hij samen met Eddy
Mattheijssen, scheepswerf Reimerswaal in Hansweert over. Het was een goede
tijd. Veel reparatiewerk, maar ook nieuwbouw voor de mossel, oester en
zeevisserij. Die schepen werden alsmaar groter en het werk steeds
complexer. De werf verhuisde in 1990 naar een andere plek aan het
kanaal om te kunnen blijven groeien. Soms werkten er wel 200 man.
In 2003 hielden Adri en Eddy er mee op. Zij gaven het stokje over aan Renzo
Verras ( zoon van Adri en 6de generatie Verras in de
scheepsbouw) en Rudi Pieters. En ook die twee blijven vernieuwen en groeien.
Onlangs viel het besluit dat de werf daarom gaat verhuizen naar Vlissingen
Oost.